De walvis is geen vis, maar een zoogdier. Walvissen zijn zodoende warmbloedig. Ze brengen levende jongen ter wereld die ze voeden met melk en walvissen ademen met longen. Zodoende moet een walvis regelmatig weer naar boven komen om te ademen.
Walvissen slaan hun zuurstofvoorraad op in het spierweefsel en niet in de longen. Bij het naar boven komen, blazen walvissen door de neusgaten, wat bij de grotere soorten leidt tot de kenmerkende waterfontein, die gevormd wordt door afgekoelde waterdamp. Deze fontein kan bij sommige soorten wel zes meter hoog komen.
Walvissen zijn waarschijnlijk ontstaan uit landdieren die zo'n 55 tot 34 miljoen geleden in de zee zijn gaan leven. Hierbij verloren ze hun poten.
Walvissen zijn onderverdeeld in baleinwalvissen en tandwalvissen. Baleinwalvissen zijn de grootste walvissen. Hiertoe behoort o.a. de blauwe vinvis, de grootste walvis met een lengte die wel 33 meter kan bedragen. De baleinwalvissen leven van kleine kreeftachtige diertjes (krill) die ze met hun baleinen uit het water vissen. Een blauwe vinvis kan wel 4 ton krill op een dag eten.
De tandwalvissen waartoe o.a. de orka's en dolfijnen behoren, leven van vissen, schelp- en schaaldieren, waarbij orka's ook zeehonden en pinguïns eten.
Vroeger werd er veel op walvissen gejaagd vanwege het vlees en vet, ook Nederland heeft op walvissen gejaagd. Hierdoor werden veel soorten bedreigd. De meeste landen zijn gestopt met de jacht, maar een paar landen jagen nog steeds op walvissen, soms met het excuus van wetenschappelijk onderzoek. Een bekend literair boek over de walvisjacht is Moby Dick, geschreven door Herman Melville.
Photo Credit: Seattle Parks & Recreation en David Minty via Compfight cc
Copyright © 2014-2023 Zeg BV Privacy Policy