Lama's zijn gedomesticeerde dieren die gebruikt worden voor de wol en als lastdier. Ze zijn ongeveer 6000 jaar geleden gedomesticeerd. De naam lama komt uit het Quechua, een Indiaanse taal. Een van de verhalen over de oorsprong van de naam is dat toen de Spanjaarden aan de lokale bevolking vroegen hoe het dier heet (¿Cómo se llama? in het Spaans) de lokale bevolking llama zij en dat dat toen de naam van het dier werd.
De lama heeft een schouderhoogte van 109 tot 119 centimeter en een gewicht van 130 tot 155 kilogram. De wollen vacht varieert in kleur en kan wit, roodbruin, grijs of zwart zijn. De vacht kan zowel effen als gevlekt zijn.
Er leven bijna 4 miljoen lama's in het Andesgebied. Ook in Europa en de Verenigde Staten leven lama's. Daar worden ze gehouden als gezelschapsdier en voor de wol. In Nederland kom je ze ook vaak tegen op kinderboerderijen.
Het is niet precies bekend wat de voorouder van de lama is. Mogelijk is dit de wilde guanaco. Naast de guanaco zijn er ook alpaca's en vicuña's die eraan verwant zijn. Alpaca's zijn net als lama's gedomesticeerde dieren en lijken veel op een wat kleinere lama. Vicuña's zijn wilde dieren. Al deze dieren kunnen onderling nakomelingen krijgen en deze zijn zelfs vruchtbaar. Het is ook mogelijk om een lama met een kameel te kruisen, dit dier heet een cama.
Copyright © 2014-2023 Zeg BV Privacy Policy