Condor

Condors zijn gieren die leven van dode dieren. Er bestaat de Californische condor die bijna was uitgestorven, maar is gered door herintroductie. En er is de Andescondor.

De Californische condor leefde oorspronkelijk in een groot gedeelte van Noord-Amerika. In 2012 leefden er weer 231 exemplaren in het wild. Hoewel de herintroductie een succes was en het aantal in het wild langzaam groeit, wordt het voortbestaan van de soort nog steeds ernstig bedreigd.

De Andescondor komt voor in het Andesgebied van Zuid-Amerika. Op de grote albatros na heeft deze vogel de grootste spanwijdte: 2m70 tot 3m20. Ze hebben wel het grootste vleugeloppervlak van alle vogels die vliegen.

Ook deze condorsoort wordt bedreigd in haar voortbestaan omdat boeren de condor soms zien als een bedreiging voor het vee.

De Andescondor leeft op een hoogte van 3000 tot 5000 meter en zweeft steeds hoger door de stijgende warme lucht. Het voornaamste voedsel bestaat uit dode grote zoogdieren als hij in het binnenland leeft en uit dode zeezoogdieren als hij bij de kust leeft.